Thailand 2016/2017

26.12.2016_Phan/Phayoa-Phayoa

Vandaag een ritje zo kort dat het nauwelijks de moeite waard is te vermelden. Omdat het deze week moeilijk bleek om via de boekingsites hotels vast te leggen (iets wat niet persé hoeft natuurlijk, maar wat wel handig is als je wilt voorkomen dat je nog uren rond fietst aan het eind van de dag om iets te vinden) hebben we 2 overnachtingen op maar 14 km afstand van elkaar. Morgen wacht een lange rit met veel klimmen tegen 5-10% . Eerst 10 km een pas over en daarna nog regelmatig stevig omhoog. In totaal 39 km omhoog en 31 naar beneden. De rest van de 78 km is vlak. De gedwongen korte rit van vandaag komt wat dat betreft goed uit.

Een beetje rond lopen in onze aankomstplaats Phayao, dat aan een groot meer ligt, is het enige wat we doen voor de rest van de dag. Een cappuccino hier en een smoothy daar. Dat is het wel zo'n beetje.

We verblijven in het gloednieuwe Phuglon Hotel dat direct aan het meer staat. In de lobby wedijvert SantaClaus met Bhumibol. Ze staan tegenover elkaar opgesteld. Dit keer is de koning geheel in kleur en zonder rouwlinten.

Bij het avondlicht, als de nevel een beetje is opgetrokken, hebben we vanaf ons balkon op de zesde verdieping een mooi uitzicht op de bergen waar we morgen over moeten.

Ik hou het verder bij wat snapshots. Wat echter niet te fotograferen valt zijn de prachtige klanken die vanuit een huis onder ons komen aanwaaien. Het verbaast ons hoeveel overeenkomsten deze onmiskenbaar Aziatische muziek heeft met de folk van bijvoorbeeld Fairport Convention (maar dan zonder Sandy Denny).

25.10.2016_Chiang Rai-Phan/Phayao

In sommige hotels staat een scharrige kerstboom, heel soms een wat royaler exemplaar en bij ons hotel in Changmai aan het begin van de reis, stond zelfs een zwaaiende electrische kerstman in de lobby (ze hadden zijn bellen onklaar gemaakt en waarschijnlijk ook zijn spraakchip: no 'yo-ho yo-ho'). Allemaal bedoeld om de Westerse toerist zich een beetje thuis te laten voelen. Voor de in hoofdzaak Boeddhistische Thai hoeft het niet zo nodig. Het kan zijn dat er iets van Kerstmis te merken is in de omgeving van de Rooms Katholieke kerken die we heel af en toe tegenkwamen (ook in Chiang Rai zagen we er een) en zonder twijfel zal in de winkelstraten van Bangkok op iedere hoek een verlichte boom staan ter bevordering van de verkoop.

Maar hier trekt niemand zich iets aan van deze feestdag.

Om negen uur bij het uitrijden van de stad zijn 7/Eleven, de Yamaha dealer, metaalwerkplaatsen, Dental Care, de scooterverhuur en veel van de koffiebars en eethuizen al open. De kleine neringdoenden trekken hun tafels en karren het trottoir op en stallen hun handel en eetwaren uit. Verderop langs de 1020 richting Phan staan om de 100 meter vrouwen met hun stalletjes waar je loten kunt kopen. Ik moest even denken aan onze fietstocht door Portugal van heel lang geleden waar langs de kant van de weg schaars geklede dames op een boomstronk zaten te breien. Als er een vrachtwagen stopte waren de breipennen snel verdwenen. De dame en de chauffeur ook. Hier zie ik heren vanuit het raam van hun auto een lotje kopen en weer doorrijden. De verkoopsters zijn zeer decent gekleed.

Eenmaal over de kleinere wegen rijdend zien we de boeren op het land werken. De wegwerkers maken ons hier en daar het fietsen lastig met hun opgebroken wegen en het vers gegoten asfalt. Op de zondagen wordt in veel beroepen gewoon gewerkt, terwijl het voor veel Thai ook de dag is voor familiebezoek.Sommige zaken gaan onmiskenbaar voor.

Voor ons is het een Kerst met een temperatuur van 34 graden en met een rit van een kleine 100 kilometer. Lang, maar niet al te lastig.

Bij 'I Ya Guesthouse' een meter of 50 van de autoweg worden we uiterst vriendelijk ontvangen. Onze gastheer vertelt dat hij in een eerder leven bankier is geweest in Bangkok. Als beheerder van deze accommodatie verdient hij, naar eigen zeggen, aanmerkelijk minder dan voorheen, maar prijst zich gelukkig met zijn nieuwe bestaan. Het brengt hem rust en hij kan nu ook de tijd besteden aan zijn zoon en de vier kleindochters (het guesthouse is vernoemd naar de oudste). Geen schokkend nieuw inzicht, maar als kerstgedachte mooi genoeg voor ons.

Wat betreft het eten houdt hij zich aan de traditie. Zijn vrouw zal vanavond voor ons koken. Hij adviseert ons: zeg nooit 'a little spicy' tegen een Thaise kok.

Het werd een heerlijk Kerstdiner. Traditioneel Thais (not spicy), een veelheid aan geuren en smaken maar niet erg veel volume. Thai zijn niet voor niets zo slank.

Bij het nagerecht (helaas yoghurt van de supermarkt) laat onze man een foto zien van zijn vrouw die 22 jaar geleden Is gemaakt om ons te tonen hoe mooi en slank ze destijds was. Misschien bedoelt hij het goed, maar we voelen even met haar mee. Ze schenkt haar aandacht verder aan de honden en neemt onze welgemeende complimenten over haar huidige verschijning met ingehouden plezier in ontvangst.

24.12.2016_Chiang Rai

Een avond en een hele dag en (Kerst)avond in Chiang Rai.

De must-see van deze stad is de witte tempel op 15 km fietsen van het centrum. De officiële naam is Wat Rong Khun en het is een tempel van recente datum. Sterker nog waarschijnlijk zal de bouw van het gehele complex pas afgerond zijn in 2070. Het ontwerp is van Chalermchai Kositpipat en stamt uit 1997. Aan de buitenzijde is maar één kleur. Wit, zoals de sneeuw op een kerstkaart. Verder spiegelt het gebouw als een discobal. Oogverblindend is het. En verschrikkelijk over-the-top. Kitsch, ook vanwege de vele symbolische voorstellingen die de tegenstelling tussen goed en kwaad moeten verbeelden. Handen die wanhopig uit de hel oprijzen. Dat werk. Maar ook consequent en dapper.

Op de terugweg komen we weer langs zo'n verkoopplek met honderden felgekleurde beelden voor huishoudelijk-religieus of decoratief gebruik. Ook kitsch maar van een vrolijkere variant.

Chiang Rai is een middelgrote stad met 62.000 inwoners die vanavond allemaal keurig achter elkaar door de 'walking street' lopen: in veel dorpen en steden een vaak wekelijks gehouden avondmarkt. Slecht hier en daar een back-packer of een TripAdvisor volgeling (zijn wij niet allebei eigenlijk?). Vanavond eten we in een restaurant dat bij ons weten in geen boekje staat. Het interieur is genadeloos efficiënt. Alle het meubilair gemaakt van roestvrij staal. De kleur komt van de houten vloer, maar voornamelijk van de etiketten van de flessen water die in (roestvrijstalen) karretjes tussen de tafels stonden. Als er een andere merk wordt geschonken verandert het totale interieur. Geniaal concept! TL's en lichtbakken met de te verkrijgen (heerlijke) gerechten zoren voor de verlichting. De bediening is uiterst vriendelijk en supersnel: de ideale combinatie.

Tevreden wandelen we door de donkere straten naar Kaew Place onder (alweer) het toeziend oog van de alom aanwezige, maar voor goed vedwenen Koning Bhumibol.

23.12.2016_Chiang Sean-Chiang Rai

De zon kwam op boven Laos. Het was prachtig ontwaken vanochtend aan de oever van de Mekong.

We rijden de hele dag naar het Zuiden over voornamelijk kleinere wegen door landbouwgebied. Niet spectaculair, maar wel mooi en ook dicht bij de mensen die er wonen en werken. We zien kruispunten met op iedere hoek een kramen met kleding, winkeltjes met een beperkt assortiment aan levensmiddelen maar wel met een aantal kuub aan ijsblokken, stalletjes met groenten,fruit en opblaasbeesten (?), tafels met eten waarvan je niet precies weet of het nu een restaurantje is of dat je bij een familie aanschuift, werkplaatsen, schoolvoetbalwedstrijden waar vier geluidsinstallaties ieder hun eigen muziek over het veld blazen.

Er wordt vaak gelachen en gezwaaid naar ons. Bij de winkel waar we een sodawater drinken knoopt een lange slungelige, licht spastische jongen een gesprek met ons aan in het Engels. Beter Engels hoorden we hier nog niet vaak. Als hij namen noemt van bekende Nederlanders zijn het gelukkig niet die van politici, maar wordt (nog steeds) 'Marco van Basten' het vaakst herhaald. We begrijpen het: dat het Nederlands voetbal al weer even niet erg meedoet op het wereldtoneel is hier nog niet doorgedrongen.

De 85 kilometer van vandaag gaan in een redelijk rap tempo en we rijden vroeg in de middag Chiang Rai binnen, waar we bij uitzondering vrijwel zonder moeite ons hotel vinden. Kaew Place is zonder veel kraak of smaak, wat betekent dat de hoogglanstegels en het roestvrijstaal zo schoon zijn dat niets er vat op lijkt te krijgen.

22.12.2016_Chiang Saen

Een rustdag aan de Mekong in Chiang Saen en niet alleen voor ons ( zie foto).

21.12.2016_Mae Sai-Chiang Saen

We zijn op een ongelooflijk mooie plek beland. Een huisje met uitzicht op de Mekong rivier. Aan de overkant ligt Laos. Er waait prachtige muziek van over het water naar onze kant. Ik geloof dat Tom Waits ooit tegen vriend Bert van de Kamp zei dat de mooiste muziek de muziek is die je hoort vanuit het raam van je buurman. Zoiets is dit ook. De eindeloos repeterende melodieën afgewisseld met gesproken woord komen van ver maar bepalen de sfeer van ons uitzicht. De Mekong heeft voor de jaren zestig generatie natuurlijk een bijzondere betekenis. De oorlogen in Vietnam en Cambodja brachten haar dichtbij. Ik vraag me af ze dezelfde mythische betekenis heeft als de Mississippi. De Amerikaanse rivier bracht ons ontelbare verhalen en songs (zoals ook de Afrikaanse Niger). Ik heb geen idee of haar Aziatische zuster hetzelfde deed. Waarschijnlijk wel, maar niet voor ons. Ik herinner me overigens wel 'This Heat' met 'The Fall of Saigon' (1979) gebaseerd op de hypnotiserende muziek die we hier ook horen in en bij de tempels (in dit geval eindigend met gitaren als een heftig bombardement).

Voorlopig genieten we hier van een vredig uitzicht.

We verheugden ons op het drielandenpunt dat een tiental kilometers voor Chiang Saen ligt: Thailand, Birma, Laos. Het was meer dan Vaals met alleen maar souvenirwinkels en fotospots. Het was een mooie plek met als middelpunt het enorme gouden Boeddhabeeld waar omheen alweer die fascinerende mix van toerisme en devotie. Maar natuurlijk ging iedereen, monnik of toerist, gelovig of niet onder de poort staan voor een foto met de drie landen op de achtergrond.

Wij ook.

20.12.2016_Mae Chan-Mae Sai

Het is vaak lastig dat we geen Thais spreken of verstaan. Bijvoorbeeld als we aan het einde van de rit ons hotel moeten zien te vinden. Een hele zoektocht, die door het taalprobleem extra gecompliceerd wordt. Meestal maak ik een screendump van het laatste stuk van de route maar eenmaal ter plekke lijkt niets op de abstracte plattegrond die op het schermpje van mijn iPhone staat. Vragen dus. Gisteren stonden er op een gegeven moment acht behulpzame Thai tegelijkertijd allemaal een andere kant uit te wijzen. Ze waren allen overtuigd van hun eigen gelijk. We pikte er eentje uit. De verkeerde, blijkt drie kilometer later als het beloofde tweede stoplicht op de vierbaansweg nog steeds niet in zicht is. We keren om en stoppen bij de afslag naar een landweggetje waarvan we denken dat het naar ons resort zou kunnen leiden. Ingrid steekt over naar het postkantoor. Als ze ergens een adres zouden moeten weten te vinden is het daar naar ons idee. Er staan vijf man om haar heen die uiteindelijk na 20 minuten druk doen besluiten het Chan Garden Resort te bellen. Na een ogenschijnlijk geanimeerd gesprek wordt de telefoon aan Ingrid gegeven (huh?) en plots klinkt de stem van de Nederlandse eigenaresse. Drie kilometer later zitten we met twee reusachtige honden op de veranda van ons huis voor een nacht.

Vandaag volgt opnieuw een heel gezoek in Mae Sai. Bij een telefoonwinkel maken we een foto van de Samsung van de baliemedewerkster. Ze was zo aardig om de route op te zoeken. Het Engels van een satéverkoopster verderop aan de kant van de weg beperkt zich tot 'just a minute' maar ze weet ons toch uit te leggen dat we weer terug moeten. We vinden het spoor. Aan het eind van de doodlopende straat in het woonwijkje achter de hoofdstraat zitten drie mannen hun werkpauze door te komen. We laten het adres zien en ze wijzen naar een groot gebouw in de verte aan de andere kant van het kanaaltje. Als we ons omdraaien om terug te rijden zien we dat we voor de ingang staan van het door ons gezochte Maesai Holic Lodge.

De rit van vandaag was iets boven de 50 km. Gelukkig zonder klimwerk. We besloten een kleine omweg te maken om een dorpje van één van de bergvolken te zien. We hoorden dat het vluchtelingen zijn uit Birma, Laos of elders. Mensen zonder land. Van de Thaise overheid krijgen ze een ID waardoor ze zich ergens kunnen vestigen, maar waarmee ze niet de regio mogen verlaten. Als daar geen werk te vinden is, zoals hier, leven ze in armoede (we moeten nog even goed op Wikipedia kijken hoe het precies zit). We passeren een paar slagbomen en komen bij een bordje met 'visitors centre' . Aan de weg staan palen met luidsprekers die (waarschijnlijk de hele dag dezelfde) rock songs uitspuwen over het landschap. Thaise bands, met muziek zoals je ook wel in Italië hoort. Medium tempo ballads met theatrale dubbelloopse gitaarsolo's. Een onbegrijpelijke en onnodige martelmethode. Het 'visitors centre' ligt niet aan het steile pad dat we oplopen. We zien alleen een wasplaats en een blaffende hond. In de verte trekt een man een hemd over zijn hoofd. Hij zwaait. Al klauterend volgen we een onduidelijk spoor in het gras dat ons niet bij het beloofde dorpje met bamboehuizen brengt. We geven het op. In dit geval heeft de mislukte zoektocht alleen maar met ons eigen onvermogen te maken. We zouden niemand kunnen uitleggen waar we naar op zoek waren.

Het luxe Chour Palace Hotel heeft zijn restaurant vanavond in gebruik voor een besloten gezelschap. De manager verwijst ons naar een restaurant verderop. We verstaan de naam niet en begrijpen ook niet hoe ver het nog lopen is. Nu werkt de taalverwarring in ons voordeel: een kleine honderd meter verderop staat een uitgebreide keuken unit opgesteld onder het wakend oog van Koning Phumibol (1927-2016) op het trottoir voor de Siam Commercial Bank. Het hotpot restaurant is ingericht in het verlaagde entreegebied. Geopend tijdens de sluitingstijden van de bank. We nemend hurkend plaats op de stoeltjes van kleuterformaat en laten de dames van dienst voor ons de keuze maken uit de in het Thai opgestelde lijst van vleeswaren, vis en groenten. Het wordt een fantastische maaltijd. Een buiging en handgebaar voldoen om onze dankbaarheid te tonen.

19.12.2016_Tha Ton-Mae Chan

Om te beginnen een correctie. De hutten die we gisteren zagen blijken van dichtbij gezien hooimijten te zijn. Gelukkig maar.

Vandaag kwam de dag die we vreesden. Zes klimmen van rond de 15% waarvan er één oplopend tot 20%. Niet erg lang allemaal, maar opgeteld toch zo'n 2,5 km. Ze kwamen in porties van 300-600 meter. Op een wegfiets van 7-8 kg is het al een uitdaging, maar met die 30 kg die wij deze tocht de heuvel over moeten zien te krijgen is het toch even wat anders. Zelfs een middelmatig getalenteerde natuurkundige zal je waarschijnlijk snel kunnen uitleggen waarom bij een stijgingspercentage van 20% (hij zal de bijbehorende hellingshoek gaan uitrekenen) met de krachten (als je een verzet van 1:1 -Ingrid- of een paar tandjes zwaarder -ik- trapt) die je op het achterwiel uitoefent (hij zal je wattage willen weten) op een fiets met een totaalgewicht van 30 kg waar een last van meer dan 15 kg op de bagagedrager ligt (hij zal waarschijnlijk ook je eigen gewicht willen weten en de hoek die je lichaam maakt ten opzichte van de fiets), maar in ieder geval, het lijkt eenvoudig uit te rekenen te zijn waarom je voorwiel steeds de lucht in gaat (en je fiets daardoor onbestuurbaar wordt).

Ik hield de zaak nog net op de weg. Ingrid moest er op het allersteilste gedeelte toch even af vanwege de onbalans. Eenmaal een voet aan de grond betekent dat het lopen wordt omdat het onmogelijk is nog op je fiets te komen. Die wil de andere kant uit (terug).

Wat een feest als de laatste steile helling achter ons ligt.

Alles vergeten.

Ook het geheugen gewist, alle energie blijkt alleen maar naar de benen te zijn gegaan.

Dat we vandaag door een prachtig landschap reden (de eerste uren nog bedekt door laaghangende bewolking): vergeten.

Dat we terecht kwamen bij een 'Wat' (tempel) waar jonge monniken in tentjes sliepen en hun bruine kleding te drogen hadden hangen (ze zaten, waarschijnlijk in hun reservegoed, onder een afdak te luisteren naar de voorganger): kwijtgeraakt.

Dat we nog even een omweg maakten naar een 'Karen' (bergvolk) dorpje (waar we een RK kerk zagen met een kerstboom en kerstmannen voor de deur): weg

Dat we later bij een vreemd rijtje Boeddhistische beelden een hele groep monniken achter een muurtje op een trapje aantroffen (ze bleken later zwijgend dezelfde kant op te lopen als wij): uit het geheugen gewist.

Toen we uiteindelijk in het Chang Garden Resort op ons terras zaten kwamen de herinneringen langzaam terug.